Cartoonist Kim: 'Ik heb alle afleveringen van Van Kooten & De Bie nog steeds op band'

Cartoonist Kim en zijn leermeester, Kees Van Kooten.
Elke leerling heeft een leermeester. Iemand van wie hij het vak geleerd heeft. Sommigen worden de beste vrienden, anderen zien elkaar nooit meer terug. Deze week vertelt cartoonist Kim over zijn held Kees van Kooten.
Cartoonist Kim en zijn leermeester, Kees Van Kooten.
Cartoonist Kim en zijn leermeester, Kees Van Kooten.

“Ik denk dat ik elf was toen ik naar Van Kooten & De Bie begon te kijken, een programma op de VPRO. Mijn vrienden en ik waren daar enorme fans van, met dat verschil dat hun ouders hen meestal verboden ernaar te kijken. Over de VPRO hing toen een sfeer van schandaal, seks en humor die niet goed voor je was. Maar omdat mijn ouders zelf fan waren, maakten ze daar geen probleem van. Ik heb dat programma echt als een verslaafde gevolgd. Alle afleveringen, sinds 1984, heb ik trouwens nog steeds op band.”

Kees van Kooten: “We hebben het nu over de jaren dat er minder te beleven was op de Belgische dan op de Hollandse televisie. En omdat de commerciële zenders er nog niet waren, wonnen Wim de Bie en ik destijds de Humo Pop Poll wel eens, in de categorie Beste Buitenlands Programma. De vrijheid die we van de VPRO kregen was dan ook ongelimiteerd. Dat bestond bij geen andere omroep. Wim is overigens de archivaris van ons tweeën. Ik gooi alles om de hoek van de deur en laat het daarbij.”

‘Van Kooten & De Bie heb ik als een verslaafde gevolgd’

“Als Van Kooten & De Bie over politiek ging, kon ik niet altijd volgen. Maar van sketches als ‘de vieze man’, was ik helemaal weg. Van Kooten zette typetjes neer die je niet in het alledaagse leven tegenkwam, of juist wel maar dan sterk overdreven. Hij was daar enorm sterk in. Je vergat echt dat hij daar stond. Dan kan je iets. Hij was ook een taalwonder, speelde echt met woorden en vond er ook geregeld nieuwe uit. Regelneef komt, denk ik, van hem.”

Kees van Kooten: “Wij streefden altijd naar een minimale vertekening en een optimale herkenbaarheid van de werkelijkheid. Het grootste compliment dat we konden krijgen, was dat iemand zei ‘dat er net zo’n man of vrouw bij hem in de straat woonde’. Zo maakten we ooit - ik denk in 1972 - een uitzending over onze zogenaamde neven: de geilneef, de speelneef, de regelneef en nog zo wat idioten. Om die typetjes goed neer te zetten, moesten we eerst ontdekken ‘what makes him tick’. Daarom plakten we er zelfverzonnen woorden op, als etiketjes.”

“Zelf teken ik al zolang ik me kan herinneren. Ik heb daarbij altijd een voorliefde gehad voor humor en horror. Toen ik merkte dat anderen met mijn grappen lachten, stimuleerde me dat om daarin verder te gaan. Van Kooten heeft me daarbij zeker geïnspireerd. De manier waarop hij zich kwaad kon maken om zeer gewone dingen, zoals de verpakking van een snoepje die niet open wil, is geweldig. Nochtans lijkt mijn werk niet op het zijne. Ik ben meer een surrealist.”

Kees van Kooten: “Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit een uitgesproken stripliefhebber ben geweest. Ik ben dus zeker niet op de hoogte van al het werk van Kim. Maar binnen het ontregelde universum van Aldegonne (strip van Kim, red.) gebeuren magistrale dingen. Ik hou erg van het strakke patroon van de vier plaatjes waarin een surrealistisch idee perfect wordt uitgewerkt en op een volstrekt eigen wijze in ‘de klare lijn’ wordt weergegeven.”

“Ik mis van Kooten op de televisie. Op een bepaald moment is hij gestopt en ging de Bie alleen verder. Dat was leuk, maar de magie was weg. Dat van Kooten andere dingen wou doen, vond ik spijtig. Maar ik begrijp het wel: stoppen op het moment dat je voelt dat het niet beter meer kan. Meer mensen zouden dat moeten doen (lacht).”

Kees van Kooten: “Er zit een tijdgrens aan het bedrijven van topsport, en dat was wat wij deden. Toen we in 1998 stopten, was ik 58 en zat ik kapot. Natuurlijk blijft het kriebelen en spreken Wim en ik elkaar nog dagelijks. Maar nu hebben we tenminste de tijd om de artistieke afspraken na te komen die we met onszelf gemaakt hebben. Zo zijn we allebei flink aan het schrijven. Daarbij is het troostend, maar ook verontrustend, om te zien hoe cyclisch de actualiteit is: veel zaken die nu spelen, blijken wij al behandeld te hebben in een sketch uit 1984.”

“In 2006 hebben we samen opgetreden. Hij las stukken voor uit zijn werk en ik gaf daar commentaar op met mijn tekeningen. Ik ben nog nooit zo nerveus geweest. ‘Kees van Kooten en ik? Kan niet lukken, doe ik niet’, was mijn eerste reactie. Anderzijds krijg je zo’n kans geen twee keer. Gelukkig bleek mijn held geweldig sympathiek. Niets hoog in de bol, niets groot ego. Een crème van een vent. Na de voorstelling heeft hij mijn tekeningen nog meegenomen ook, wat ik een hele eer vond. Die avond staat in mijn geheugen gegrift.”

Kees van Kooten: “Ik had geen idee dat die kwikzilverigheid en die aanstekelijke energie van Kim op nervositeit berustten. Ik dacht dat zulks zijn permanente staat van zijn was. En die beviel mij zeer. Wat me ook beviel, was dat alles wat we deden geïmproviseerd was en dat hij niet voorstelde om nog even te repeteren. Ik haat repeteren. Daarmee werd het een hele vreemde avond, die ik mij dankbaar herinner.”

(wv)

18 juli 2012
Anderen bekeken ook