Hoe ga jij naar je werk?

Vandaag leggen carpoolers dagelijks gemiddeld 34,6 kilometer af voor hun woon-werkverkeer: een stijging van 6,3 kilometer tegenover 2012.

Dat alles blijkt uit een mobiliteitsstudie, die HR- en well-beingexpert Attentia uitvoerde. Medewerkers rijden dagelijks gemiddeld 23 kilometer heen en terug naar hun werk in hun bedrijfswagen, terwijl dat in 2012 nog 29 kilometer bedroeg. Een flinke daling dus, met ruim 20 procent.

Toch betekent dat niet dat de bedrijfswagen aan populariteit inboet. Het aantal bedrijfswagens op de Belgische wegen is sinds 2012 namelijk met meer dan een derde gestegen. “Mensen willen steeds dichter bij hun werk wonen”, haalt Yves Labeeu, legal consultant bij Attentia, aan. “Dat is voor velen zelfs een belangrijke drijfveer om voor een werkgever te kiezen of om van werkgever te veranderen.”

• Lees ook: Helft meer jongeren krijgt bedrijfswagen

Carpooling in de lift

Uit de cijfers van Attentia blijkt ook dat duurzame alternatieven voor de bedrijfswagen terrein winnen. Vandaag leggen carpoolers dagelijks gemiddeld 34,6 kilometer af voor hun woon-werkverkeer: een stijging van 6,3 kilometer tegenover 2012. Yves Labeeu: “Steeds meer ondernemingen organiseren carpooling voor hun medewerkers. Op financieel en fiscaal vlak is dat een win-winsituatie voor beide partijen.” Opvallend daarbij is dat jonge carpoolers (20- tot 29-jarigen) aanzienlijk langere afstanden rijden. Terwijl jongeren gemiddeld dan weer minder kilometers met bedrijfswagen-afleggen dan ouderen.

Fiets

Bij andere vervoersmiddelen blijven de dagelijkse gemiddelde afgelegde afstanden voor woon-werkverkeer stabiel: met de fiets (15 kilometer), te voet (2 kilometer), de eigen wagen (22 kilometer) en het openbaar vervoer (24 kilometer). Mannen zijn langer op de baan om op hun werk te geraken dan vrouwen, ongeacht het vervoersmiddel.

Hoewel de gemiddelde afgelegde afstand ongewijzigd is, gaan steeds meer medewerkers met de fiets naar het werk: in 2015 koos nog zo’n 6,5 procent van de medewerkers voor de fiets, maar in 2018 was dit aantal al tot 9,1 procent gestegen. “Niet verwonderlijk”, stelt Yves Labeeu. “Steeds meer ondernemingen bieden een (elektrische) fiets of speed pedelec aan in een cafétariaplan. En dat is een goede zaak: een fietsende medewerker is een gezondere medewerker.”

Bron: MARK Magazine