

Kansen voor virtual reality-ontwikkelaars
Bedrijven actief in virtual reality zitten in een groeimarkt. Ze krijgen vanuit uiteenlopende hoeken steeds meer vragen om VR-projecten uit te werken.
1 van 338
Volgende“Een Indiase IT’er krijgt gemiddeld een derde of zelfs een kwart van het loon van een vergelijkbare Belgische IT’er.” (Jef Loos, Whitelane Research)
Enkele weken geleden dook het bericht op dat BPost tweehonderd IT-jobs gaat uitzetten in India. Het nieuws deed in de media wat stof opwaaien. Toch is BPost geen uitzonderlijk geval en misschien zelfs eerder aan de late kant. “De voorbije jaren hebben zowat alle grotere Belgische bedrijven de trek naar een offshore-bestemming als India gemaakt”, meent Jef Loos van Whitelane Research, dat als adviesbureau betrokken is bij internationale outsourcingprojecten. “Ik denk hierbij aan telecombedrijven als Proximus en Telenet, industriële groepen als UCB en Bekaert, en vooraanstaande banken als ING”, somt Loos op.
Dat veel grote bedrijven met hun IT naar een land als India trekken, of Indiërs naar hier halen, heeft een logische verklaring. “Vandaag is kostreductie nog altijd een van de grootste doelstellingen in IT bij veel bedrijven. Die kostenreductie kun je realiseren door nog meer te automatiseren, wat je met je IT-infrastructuur kan doen. Maar bij softwareontwikkeling en -onderhoud draait het om mensen. En daar kun je dan eigenlijk vooral besparen door er goedkopere mensen op in te zetten. Wat dus ook gebeurt”, weet Jef Loos.
Hoe groot de besparing is om offshore te laten ontwikkelen, hangt af van project tot project. De algemene regel is dat je met een offshore-project gemiddeld veertig procent goedkoper af bent. “Al is dat verschillend, want sommige bedrijven en projecten besparen twintig procent, andere eerder zestig procent”, weet Loos.
De kostprijs kun je overigens makkelijk berekenen. Spreek je van een project met vijftien man in België, dan spreekt Loos over een gemiddelde kostprijs van anderhalf miljoen euro per jaar. Bij offhore zou dat dan 750.000 à 900.000 euro kunnen zijn. “Er komen nog kosten bij omdat je het project natuurlijk ook nog moet beheren en aansturen. Governance, zoals dat heet.”
Het is niet zo dat Indiase ontwikkelaars de helft verdienen van de Belgische. Eigenlijk is het loonverschil nog veel groter. “Je kunt gerust stellen dat een Indiase IT’er gemiddeld een derde of zelfs een kwart krijgt van het loon van een vergelijkbare Belgische IT’er. Maar een project kost geen kwart, omdat je enerzijds die hele governance er dus moet bijtellen. Anderzijds rekenen die Indiase dienstenleveranciers ook een marge die al snel naar 25 procent gaat.”
Zitten de lonen in India dan niet in de lift, waardoor het financiële voordeel snel verdwijnt? “Dat doen ze zeker. Maar voorlopig is het verschil tussen onze lonen en die bij hen zodanig groot dat enige loonopslag in India nog niet veel verschil maakt”, weet Loos.
Bij offshore-projecten gaat het per definitie om grote(re) projecten. Algemene regel is dat het moet gaan om een project van minstens vijftien tot twintig man die er bij betrokken zijn, en dan doorgaans in manjaren gerekend. “Kleiner is niet interessant, omdat de governance of het beheer van zo’n project in verhouding te zwaar en te duur wordt”, vindt Loos. “Projecten met tien personen, waarvan vijf in India en vijf hier, hebben geen zin.”
Het zijn de opkomende Indiase IT-leveranciers, als Tata Consulting Services (TCS), Wipro of Infosys, die met offshore worden vereenzelvigd. Maar klassieke IT-dienstverleners en -consultants uit Europa en de V.S. zijn intussen erg vertrouwd met het fenomeen. “Vergeet bijvoorbeeld niet dat een bedrijf als Accenture vandaag twee derde van zijn mensen in India heeft zitten. Bij een concurrent als Capgemini is dat vandaag de helft, terwijl dat tot voor enkele jaren bij hen slechts om een kwart ging”, weet hij. Anderzijds worden de Indiase spelers zelf ook internationaler. “Zij mikken op hun beurt op steeds meer vertegenwoordiging on-site, dus ook in Europa.”
Vandaag werken al zowat 8.000 buitenlandse IT’ers voor Belgische bedrijven. Maar dat zijn zeker niet allemaal Indiërs. Kleinere en minder internationaal georiënteerde Belgische bedrijven hebben, volgens Loos, in vele gevallen, meer aan nearshore. Hierbij gaat het om IT-diensten dichter bij huis. Typische nearshore-bestemmingen zijn vandaag Spanje en landen in Oost-Europa, zoals Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Polen of Hongarije. “Franstalige bedrijven doen ook wel vaak een beroep op Noord-Afrika, met landen als Marokko en Tunesië, omdat die hun taal goed machtig zijn.”
Een Vlaamse kmo zal voor zijn IT vaak eerder samenwerken met Polen of Roemenen. “De zogenaamde cultural match is veel beter. Multinationals hebben geen problemen met Engels. Bij lokale bedrijven speelt dat wel. Naast cultuur en taal zitten ze met deze landen in een gelijkaardige tijdzone. Ook dat speelt een rol.”
Is met offshore en nearshore de job van de lokale, Belgische IT’er bedreigd? Niet meteen. Dat tonen de cijfers aan. Enerzijds zoeken veel IT-outsourcingbedrijven als Accenture, Capgemini, Cegeka en Dimension Data in ons land nog volop nieuwe mensen. Vaak gaat het bij deze bedrijven zelfs om honderden vacatures. En ook de eerder klassieke IT-profielen zoals softwareontwikkelaars blijven, blijkt uit gegevens van Jobat zelf, nog behoorlijk gegeerd bij zowat alle bedrijven. De IT’er blijkt voor bepaalde functies ook gewoon een knelpuntberoep, offshore of niet.
Daarnaast zijn er ook bedrijven als Colruyt Group of Wabco die eerst offshore gingen, maar nadien hun IT zelfs opnieuw in eigen beheer namen. Colruyt begon in India bijvoorbeeld een eigen IT-bedrijf. “Voor hen is het een besparing door op deze manier de marge, die de outsourcer op deze dienst opstrijkt, weg te werken”, vertelt Jef Loos. “Ook bedrijven als Aastrazeneca en Unilever namen een gelijkaardig initiatief.”
Bovendien kun je niet alles uitbesteden. “Zelfs in het scenario van offshore zijn outsourcingprofielen nodig bij de klant, zoals projectmanagers, die mee het project beheren. Dat wordt vaak nog wel eens onderschat”, besluit Jef Loos.
(wv)
Bedrijven actief in virtual reality zitten in een groeimarkt. Ze krijgen vanuit uiteenlopende hoeken steeds meer vragen om VR-projecten uit te werken.
"Werken in een IT-bedrijf is niet saai. En later misschien wel iets voor jou." Microsoft-medewerkers mochten daarom hun dochter meenemen naar kantoor.
In de strijd om talent zet bpost een opmerkelijk middel in: laaggeschoolde werkzoekenden vinden er niet alleen een job, ze krijgen er ook een diploma!
IT-bedrijf Cheops groeide de voorbije 5 jaar van 45 naar 110 werknemers. Veel werk dus voor hr-manager Anke Crauwels, die daar graag en veel in investeert.
Waarom ’s avonds nog in je eentje je loopschoenen aantrekken, als je dat tijdens de middag ook met je collega’s kunt doen?
Wie droomt er niet van een carrière als fotomodel, acteur of figurant in een reclamespot? Maak dan kennis met My Mother Agency...
Als ‘Top Employer 2018’ biedt Audi Brussels talrijke ontwikkelingsmogelijkheden voor zowel jonge als ervaren medewerkers. Joeri Thienpont (28) is hiervan een mooi voorbeeld.
Hoe staat het met de toekomst van de chemie in Vlaanderen? Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder van de sectorfederatie essenscia vlaanderen, brengt de sector en de toekomst van de sector in kaart.
Vrachtwagenchauffeur is een knelpuntberoep geworden. Zonde, vinden ze bij energieleverancier Comfort Energy. “Vrachtwagenchauffeur is een ontzettend leuk beroep.”
Wij jij ook meer verdienen, leukere collega's of minder file ?