Belastingen
Vorige

1 van 51

Volgende
Volgend artikel:

Welke beroepskosten kan ik aftrekken van de belastingen?

De nieuwe en verhoogde belastingen op je aangifte

Er zijn de laatste maanden heel wat maatregelen ingevoerd die ons geld kosten. Het is niet altijd eenvoudig na te gaan wat er juist veranderde, want niet alles is al in wetteksten gegoten. Alvast een overzicht van de huidige stand van zaken: hoeveel extra belastingen zal je moeten betalen op je inkomsten en voordelen van dit jaar, met name op je aangifte van 2013.
#

1. Duurdere bedrijfswagen

Zodra een werknemer van zijn werkgever een voordeel krijgt (pc, bedrijfswagen, tablet, …) en dat voordeel ook privé mag gebruiken, ontstaat er een voordeel in natura. Dan moeten er sociale bijdragen en belastingen op betaald worden.

Er is al heel wat inkt gevloeid over de nieuwe regels voor bedrijfswagens die de regering Di Rupo heeft ingevoerd. Aan de oorspronkelijke plannen is er al veel veranderd en bijgestuurd, maar nu zijn de grote lijnen duidelijk.

De belastingen die werknemers op hun bedrijfswagen zullen moeten betalen (het zogenaamde ‘voordeel van alle aard’) zal gemiddeld genomen stijgen. De belasting op bedrijfswagens wordt voortaan immers berekend op basis van de CO2-stoot, de catalogusprijs en de leeftijd van de auto.

De keuze voor de catalogusprijs maakt het extra duur, want kortingen op de verkoopprijs mogen niet afgetrokken worden.

Zo’n 450 euro extra belastingen per bedrijfswagen

Heel anders dus dan in de oude regeling, waar enkel rekening werd gehouden met de CO2-stoot en de afstand tussen de woonplaats en de werkplaats. In zo goed als alle gevallen betekent de nieuwe regeling een forse verhoging van het voordeel van alle aard, en dus van de belastingen die je betaalt.

SD Worx heeft een steekproef gedaan bij 8.801 bedrijfswagens en concludeert dat het belastbaar voordeel gemiddeld stijgt met 893 euro per jaar (van 1.994 tot 2.887 euro). In de hoogste belastingschijf betekent dat voor een werknemer een jaarlijkse extra belasting van 447 euro (50%*893 euro).

Ook voor bedrijven wordt een bedrijfswagen aanbieden aan hun werknemers duurder. Een werkgever mag de kosten van een bedrijfswagen voor een werknemer niet helemaal van zijn inkomsten aftrekken. 17% van het voordeel in natura wordt voortaan verworpen als uitgave. Hierdoor stijgt de belastbare winst van de werkgever.

Een winstgevend bedrijf betaalt elk jaar ‘slechts’ 167 euro meer belastingen (30,99%*2887 euro*17%). Dat betekent dat de kosten van het nieuwe belastingstelsel van de bedrijfswagens voor het overgrote deel gedragen worden door de werknemers, en niet voor 50% zoals het regeerakkoord vooropstelt, aldus www.rapporteurs.be, een burgerinitiatief dat het federaal regeringsakkoord opvolgt en hun bevindingen in een overzichtelijke website bijhoudt.

2. Belastingen op tablets

Voortaan zal ook iemand die een tablet krijgt van zijn werkgever en die privé mag gebruiken hierop belastingen en RSZ moeten betalen.

De RSZ heeft reeds haar evaluatiemethode van het privégebruik van een tablet bekendgemaakt. De fiscus daarentegen kijkt nog even de kat uit de boom …

Het loonvoordeel dat een tablet oplevert, wordt door de RSZ forfaitair geraamd op:

  • 180 euro per jaar voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een tablet voor privédoeleinden aan de werknemer;
  • 60 euro extra per jaar wanneer de tablet aangesloten is op het internet.

Voorbeeld

Concreet houdt de forfaitaire waardering voor de werknemer in dat hij op het bedrag van 240 euro (180 euro + 60 euro) socialezekerheidsbijdragen van 13,07% zal moeten betalen: dit komt neer op een goede 30 euro op jaarbasis.

Los van de RSZ, passeert uiteraard ook nog de fiscus. Er moeten ook belastingen betaald worden op dit voordeel. De belastingadministratie heeft nog geen officieel standpunt geformuleerd over hoe dit voordeel behandeld moet worden. Maar dat betekent niet dat er geen belastingen verschuldigd zijn: een tablet die ook privé mag gebruikt worden moet ook nu al aangegeven worden aan de belastingen. Ofwel aan het forfait van de RSZ, ofwel moet het voordeel geraamd worden volgens de werkelijke waarde van een tablet.

3. Roerende voorheffing van 15% naar 21%

Het percentage roerende voorheffing op heel wat roerende inkomsten wordt voor de inkomsten van 2012 sterk opgetrokken.

De roerende voorheffing wordt voor alle producten geharmoniseerd en vastgelegd op 21%. Onder meer de intresten en dividenden die vroeger aan 15% werden belast, zijn nu onderworpen aan een roerende voorheffing van 21%.

De roerende voorheffing verandert niet voor volgende uitzonderingen:

  • 15% op de intresten op spaarrekeningen, met behoud van de vrijstelling van de eerste schijf (1.830 euro in 2012)
  • 15% op de zogenaamde “Leterme Staatsbons” die eind 2011 werden uitgegeven
  • 10% op liquidatiebonus (bij liquidatie van een vennootschap)
  • 25% voor intresten en de dividenden die momenteel aan een tarief van 25% onderworpen zijn
  • 15% voor inkomsten uit roerende verhuur

4. 4% extra belasting voor de rijken

Wie in 2012 meer dan 20.020 euro roerende inkomsten heeft, moet een solidariteitsbijdrage van 4% betalen.(Liquidatieboni en het vrijgestelde gedeelte van de intresten op spaarboekjes worden niet meegerekend voor de berekeningsbasis, maar de belastbare intresten van een spaarrekening (dus boven de grens van 1.830 euro) worden wel meegerekend om te oordelen of de 20.020 euro al dan niet overschreden is)

(mr) - Bronnen: Unizo, SD Worx, Securex, www.rapporteurs.be 

20 juni 2012
Anderen bekeken ook