Crisis vreet aan motivatie en tevredenheid van werknemers

Meer dan vorig jaar kijken de werknemers uit naar een andere job. Niet minder dan 33 procent van de Belgische arbeidspopulatie denkt binnen twee jaar van werkgever te veranderen. Ook het aantal medewerkers dat passief uitkijkt naar een andere job is tot bijna 18 procent gestegen, 3 procent meer dan in 2009. Dat blijkt uit een jaarlijks onderzoek van SD Worx bij 5.000 werknemers over heel België.

Ontevreden over loon

De reden? De werknemers zijn duidelijk minder tevreden over hun job, hun beloningspakket en de werkbelasting. Ze kunnen zich steeds minder vinden in hun werkschema en de opgelegde werktijden. Voor sommigen is de lichamelijke belasting enorm toegenomen. Opvallend minder werknemers vinden dat hun loonpakket beantwoordt aan hun verwachtingen, nochtans zijn het loon en de extralegale voordelen nauwelijks gewijzigd.

Van werk veranderen

De prestaties, tevredenheid, energie, passie voor het werk en de loyauteit tegenover de werkgever liggen nu veel lager dan in 2009. Vooral het voornemen om nog lang bij de organisatie te blijven werken, kreeg klappen.

De werknemers zijn minder energiek en gepassioneerd met hun job bezig. Terwijl ze vorig jaar door de recessie nog spontaan meer overuren klopten, zeggen werknemers dat ze nu minder energie hebben om extra inspanningen te leveren op het werk.

Bedrijven moeten werken aan loyauteit

Daar tegenover staat wel dat de Belgische werknemers hun bedrijf succesvoller vinden dan vorig jaar. Hun overuren en de harde inspanningen hebben geloond. De werknemers zijn er nu nog meer van overtuigd dat hun bedrijf de concurrentie steeds een stap voor is. Wél vragen ze zich af wanneer zij hiervan de vruchten gaan plukken. Over hun leidinggevenden zijn ze alvast tevreden: die hebben volgens de werknemers een positieve invloed op de afdeling en zijn er in geslaagd hun mensen al die tijd te steunen en te stimuleren.

Volgens onderzoeker Lorenzo Andolfi staan de bedrijven nu voor een grote uitdaging. “De leidinggevenden zijn erin geslaagd de crisis als hefboom te gebruiken en zo een grotere inzet van hun mensen te verkrijgen. Zaak is nu te werken aan het engagement van deze werknemers, zodat de bedrijven bij het aantrekken van de arbeidsmarkt niet geconfronteerd worden met een ongewenste uitstroom van de sterke krachten.”

(mr)