Bezoek

Ruth Lasters werkt als leerkracht Frans in Borgerhout. In 2007 won ze met haar roman Poolijs de debuutprijs.
Sinds zijn pensioen is Serge ziekelijk jaloers op zijn opvolger. In plaats van te genieten van zijn vrije tijd, vraagt hij zich aldoor af hoe de man of vrouw die zijn plaats heeft ingepikt in het team het er vanaf brengt: ietwat beter dan hem, stukken slechter of ronduit uitmuntend.
Ruth Lasters
Ruth Lasters werkt als leerkracht Frans in Borgerhout. In 2007 won ze met haar roman Poolijs de debuutprijs.

Meestal stelt hij zich zijn opvolger voor als een geniale adonis waarvoor alle vrouwelijke werknemers in katzwijm vallen en waar de mannen een blik Budweiser mee drinken op het eind van de dag.

Vijf jaar knaagt die kinderachtige nijd reeds aan hem en vaak heeft hij naar een oud-collega willen bellen om inlichtingen in te winnen over wie hem opvolgt, maar de angst alleen lofuitingen te zullen horen en dus de onderhuidse boodschap dat hij totaal niet wordt gemist, heeft hem er steeds van weerhouden.

Bij die kwelling komt ook nog eens het gezeur van zijn vrouw Arletta over de koffiebranderij waar zij jaar en dag heeft gewerkt. Zo vaak praat zij over het koffiebonenbrandproces dat Serge vreest om later, eenmaal getroffen door seniliteit, te denken zelf in een branderij te hebben gewerkt in plaats van vijfendertig jaar bij heftruckfirma TS.

Als de Open Bedrijvendag eraan komt en ook TS bezoekbaar blijkt, besluit Serge erheen te gaan met zijn Arletta en kleinzoon in de hoop om daarna ook eens over zijn vroegere werk te kunnen praten thuis. En anderzijds is het de gelegenheid bij uitstek om een eind te maken aan die dwaze jaloezie jegens zijn opvolger, hem of haar hartelijk de hand te gaan schudden, punt aan de lijn.

Eindelijk is het zover, loopt hij samen met zijn vrouw, kleinzoon en dozijnen andere bezoekers door het gebouw van zijn vroegere werk, warm begroet door zijn oud-collega’s.

Aangekomen in het bijgebouwtje waar hij zijn hele leven verzekeringspapieren heeft ingevuld voor de vergoeding van schade aan de huurheftrucks, bundelt hij al zijn moed bij elkaar en stelt hij eindelijk de vraag die hem al zolang kwelt: ‘Wie heeft mijn job eigenlijk overgenomen?’

Zijn oud-collega Martin antwoordt grijnzend: ‘Niemand. TS verzekert zich niet langer tegen schade aan huurtoestellen. Te duur, te weinig rendabel.’

Serge begint te trillen over zijn hele lijf. Hij moet zich zelfs even vasthouden aan de muur van draaierigheid en loopt dan naar de archiefkamer die vroeger gevuld was met mappen vol verzekeringspapieren van hem.

‘Waar zijn mijn mappen?’ schreeuwt hij. ‘Hier zijn ze, ingescand,’ zegt Martin en hij toont Serge één enkele USB-stick. ’Zo klein als een fishstick van Iglo!’ lacht Arletta. ‘Een fishstick die vijfendertig jaar dossierwerk bevat!’

Te snel ademhalend van benauwdheid, ziet Serge plots een adonis in pak in de stroom bezoekers. Hij loopt op de man toe die hij voor zijn opvolger aanziet en schudt hem opgelucht de hand.

‘Jij werkt hier, hé. Verzekeringspolissen zeker!’ glimlacht Serge, ervan overtuigd dat Martin hem daarnet voor de gek heeft gehouden. ‘Nee, ik ben gewoon een bezoeker,’ antwoordt de man. ‘Fishsticks!’ roept kleinzoon Björn. ‘Ik wil fishsticks eten straks!’

18 februari 2010
Anderen bekeken ook