Bedrijfswagen
Vorige

1 van 116

Volgende
Volgend artikel:

We krijgen steeds meer extralegale voordelen

Bedrijfswagens duurder voor zij die bedrijfswagen meest nodig hebben

De nieuwe regels over de belasting op bedrijfswagens die de regering Di Rupo invoerde, treffen 83 procent van de Belgen met een bedrijfswagen. Zij betalen tot 51 procent meer belastingen dan in de vorige regeling. Het zwaarst getroffen zijn alle werknemers met een buitenfunctie, paradoxaal genoeg is een bedrijfswagen voor hen het belangrijkste werkinstrument.
#

Ondanks alles blijft de bedrijfswagen bijzonder populair: in meer dan 79 procent van de privébedrijven en 33 procent van de overheidsorganisaties worden bedrijfswagens aangeboden. “Opmerkelijk is dat 70 procent van de organisaties toenemende moeilijkheden ervaart om schaars talent aan te trekken zonder een bedrijfswagen aan te bieden. In de privésector (73 procent) meer dan bij de overheid (51 procent)”, merkt Kathelijne Verboomen, manager reward consulting bij SD Worx.

“Voor bijzonder veel organisaties is de bedrijfswagen een aantrekkelijk voordeel dat strategisch wordt ingezet om werknemers aan te trekken en te behouden. Intern zijn bedrijfswagens een cruciaal onderdeel van de loonstrategie, en naar de buitenwereld toe versterken bedrijfswagens het imago van de organisatie.”

Belastingen op bedrijfswagens stijgen gemiddeld 18 procent

Maar de bedrijfswagen staat duidelijk onder druk, en dit terwijl bedrijven hem nodig hebben voor het winnen van de war for talent. Door de nieuwe bedrijfswagenbelasting van de regering Di Rupo zagen werknemers hun belastbaar voordeel – en dus hun belastingen - met gemiddeld 18 procent stijgen. Directie en hoger kader betalen sinds 2012 51 procent meer belasting, middenkaderleden 22 procent. Bij gewone bedienden was er nauwelijks een stijging (1 procent).

Bedrijfswagenbelasting: evolutie van het gemiddelde voordeel alle aard per functiegroep in percentages

Gemiddelde stijging voordeel alle aard (maandbasis) + 18 procent
Directie / Hoger kader + 51 procent
Middenkader / Seniorspecialisten + 22 procent
Lager kader / Specialisten + 7 procent
Bedienden + 1 procent

Bron: Mobiliteitsonderzoek SD Worx en Mobimix september 2012. Vergelijking van VAA van december 2011 tov mei 2012 (in mei werd de degressiviteitsregel ingevoerd door de regering Di Rupo: hoe ouder je auto is, hoe minder belastingen je moet betalen. Voor mei was de stijging van het VAA nog groter (gemiddeld + 60 procent).) 

Commerciëlen zwaarst getroffen

Zeer opmerkelijk is voor welke werknemers de factuur het zwaarst weegt. “Dat is voor de lagere kaders en bedienden in een buitenfunctie (zoals vertegenwoordigers, medisch afgevaardigden en accountmanagers)”, vertelt Kathelijne Verboomen, manager reward consulting bij SD Worx. “Ironisch genoeg is de bedrijfswagen voor deze laatste groep het voornaamste werkinstrument. Afgezet tegen het vast jaarsalaris levert deze groep het meeste loon in. Zo vertegenwoordigt voor een bediende met een commerciële buitenfunctie de bedrijfswagen 5,8 procent van het vast jaarsalaris.”

Die stijging wordt veroorzaakt door de twee grootste veranderingen die de regering Di Rupo invoerde: de verrekening van de catalogusprijs van de wagen in het voordeel van alle aard en de afschaffing van de forfaitaire kilometers. “Het middenkader en hoger kader zien hun belastbaar voordeel daardoor met respectievelijk 22 procent en 51 procent stijgen. Hoewel deze groep slechts 16 procent van de werknemerspopulatie vertegenwoordigt, is ze goed voor 36 procent van het totale aantal bedrijfswagens.”

Directie en middenkader best af

In absolute cijfers stijgt het belastbaar voordeel het sterkst voor directie en hoger kader. “Nominaal betaalt deze groep dus ook de meeste extra belasting. Drukt men het voordeel alle aard echter uit als een percentage van het vast jaarsalaris, dan zijn directieleden, net als senior specialisten uit het middenkader, echter het beste af. Voor deze groepen vertegenwoordigt de bedrijfswagen gemiddeld 4,3 procent van het vast jaarsalaris.”

Het zwaarst getroffen door de nieuwe regeling zijn alle werknemers met een buitenfunctie. “Mensen dus voor wie de bedrijfswagen het belangrijkste werkinstrument is. Omdat zij veel onderweg zijn, hebben ze vaak duurdere auto’s. Door de nieuwe regeling zien ze hun wagen nu een flink grotere hap uit het beschikbare budget nemen. Voor een lager kaderlid met een buitenfunctie bedraagt het nieuwe belastbaar voordeel nu 5,6 procent van het vast jaarsalaris. Voor een commerciële bediende is dat zelfs 5,8 procent. Door deze berekeningswijze wordt ook duidelijk dat het oude systeem directieleden het meest bevoordeelde.”

Kilometervergoeding soms interessanter dan bedrijfswagen

Voor een werknemer vertegenwoordigt het privévoordeel van een bedrijfswagen gemiddeld 8,5 procent van zijn totale brutoloonpakket. In dat totale brutoloonpakket worden ook bonussen, maaltijdcheques, groepsverzekering en forfaitaire onkosten meegerekend. In 2011 was het privévoordeel van een bedrijfswagen gemiddeld nog 9,8 procent. Dat dit nu minder is, is te verklaren door de hogere belasting op bedrijfswagens die de regering Di Rupo heeft ingevoerd.

Door de stijging van het voordeel van alle aard, wordt ook een vreemd neveneffect versterkt. Hoe meer beroepskilometers iemand doet, hoe minder interessant een bedrijfswagen wordt. “Paradoxaal genoeg kunnen uitgerekend de werknemers die hun bedrijfswagen echt als bedrijfswagen gebruiken, er belang bij hebben om hun voertuig in te leveren en over te schakelen op een eigen wagen met kilometervergoeding”, aldus Kristiaan Andries van het Kenniscentrum van SD Worx. “Dat was ook al zo met de vroegere wetgeving van de bedrijfswagens. De regels die de regering Di Rupo heeft ingevoerd, versterken deze tendens doordat de belastingen die de werknemers op hun bedrijfswagen zullen moeten betalen (het voordeel van alle aard) gemiddeld genomen zullen stijgen.”

Bedrijven vinden extra belastingen bespreekbaar

Opmerkelijk is wel dat 60 procent van de bedrijven een extra belasting op bedrijfswagens bespreekbaar acht, en 78 procent dit zelfs een optie vindt op voorwaarde dat de loonlasten worden verlaagd. Bijna zeven op de tien bedrijven (68 procent) vindt een hogere belasting bespreekbaar indien de extra inkomsten worden geïnvesteerd in mobiliteit, zoals vermindering van het fileleed of de uitbouw van het openbaar vervoer.

Dit alles blijkt uit een onderzoek van SD Worx en Mobimix (een digitaal platform voor ecologisch vlootbeheer). In september 2012 ondervroegen ze 506 organisaties uit de privésector en de overheid, goed voor een steekproef van 37.000 waarnemingen.

Tot slot nog wat goed nieuws. De nieuwe regels van de regering Di Rupo hebben in 2012 geleid tot een daling van de gemiddelde CO2-uitstoot van 135 gram naar 131 gram. In 2010 bedroeg de gemiddelde uitstoot nog 150 gram, de trend naar een groener professioneel wagenpark zet zich duidelijk voort. Bedrijven en werknemers kiezen voor kleinere modellen of kleinere motorisaties met een lager verbruik.

(mr) 

22 januari 2013
Anderen bekeken ook