Bedrijfspensioen
Vorige

1 van 36

Volgende
Volgend artikel:

Pensioen FAQ: alle antwoorden op jouw vragen

Aanvullend pensioen: een slimme keuze bovenop je loon

pensioen opbouw
Ook al ben je misschien nog jong, jouw pensioen verdient de nodige aandacht. Een slimme aanvullende pensioenopbouw kan je meer opbrengen dan pure cash. Ga je onderhandelen met je (toekomstige) werkgever, praat dan zeker ook over jouw pensioenplan.

Stel: je werkgever keert je een bonus uit en jij mag kiezen tussen een onmiddellijke loonsverhoging of een bijdrage aan jouw pensioenplan. Veel kans dat je voor meer loon kiest, niet?

Volgens hr-specialist Mercer denk je daar best nog eens over na. Want het verschil in wat je uiteindelijk ontvangt zou 20 procent of meer kunnen zijn. Op het cash uitkeren van een bonus worden immers fikse belastingen geheven. Op een verhoging van je pensioenplan liggen die taksen lager.

Tip: Gebruik ons Salariskompas om te kijken wat jij zou moeten verdienen

Groepsverzekering

Een werkgever kan een groepsverzekering afsluiten. Dat is een aanvullend pensioen voor alle medewerkers of een objectief bepaald deel daarvan. De werkgever bouwt dat pensioen niet zelf op, maar stort de bijdragen aan een pensioeninstelling. Zo ben je zeker van het geld dat je zal ontvangen, ook als je werkgever bijvoorbeeld failliet zou gaan.

De groepsverzekering is dus collectief. Een werkgever kan daarnaast ook een individuele pensioentoezegging doen, al mag dat enkel occasioneel gebeuren. Maar er is dus een zekere ruimte om te onderhandelen.

Lees ook: Hoeveel is jouw groepsverzekering waard?

Vaste bijdrage of vaste prestatie

Het aanvullend pensioen kent twee systemen. Ofwel is er een vaste bijdrage waarbij een vast percentage van het loon in het pensioenplan wordt gestort – deze vorm komt het vaakst voor. Ofwel is er een vaste prestatie waarbij een bepaald pensioen vooraf wordt vastgelegd. De vaste bijdrageplannen hebben wel een minimumrendementsgarantie zodat je weet wat de minimale omvang van je aanvullend pensioen zal zijn. “Die minimumrendementsgarantie bedraagt 1,75%”, signaleert adviseur Kristiaan Andries van hr-dienstverlener SD Worx. Vroeger was dat percentage hoger, maar “hiermee werd de reglementering aangepast aan de marktomstandigheden. Dat is echter nadelig voor de werknemer. De daling van de rendementsgarantie heeft immers een impact op de opbouw van het aanvullend pensioenkapitaal bij vaste bijdrageplannen.”

Daarmee stoten we op het belangrijkste nadeel van een pensioenplan met vaste bijdragen. Andries: “De daling van de intrestvoeten op de financiële markten zorgt voor de daling van het wettelijk gegarandeerd minimumrendement bij vaste bijdrageplannen. Uiteindelijk daalt daardoor ook het opgebouwd bedrag voor het aanvullend pensioen.” Bovendien is het geld uiteraard niet meteen beschikbaar, wat voor (jongere) werknemers met dure (bouw)plannen een nadeel kan zijn.

Lagere belastingen

Maar er zijn ook voordelen. “Het wettelijk pensioen is beperkt”, zegt Andries. “Het aanvullend pensioen is dan ook een goede aanvulling om je levensstandaard te behouden.”

Bovendien ligt het financieel risico bij de werkgever. Tenslotte is er nog de mate waarin de inkomsten onderworpen zijn aan belastingen. Voor aanvullende pensioenen gelden lagere belastingtarieven en betaal je ook minder sociale zekerheidsbijdragen. Bovendien komen de pensioenbijdragen die de werknemer zelf bijdraagt in aanmerking voor een belastingvermindering van 30 %. Het nettobedrag dat je op het einde overhoudt, is dus hoger als je kiest voor een pensioenplan.

Voorbeeld

Wat die verschillen in belastingen en sociale zekerheidsbijdragen betekenen, maakt Kristiaan Andries duidelijk met een voorbeeld.

Stel dat je een premie van 250 euro krijgt. Ga je voor onmiddellijk beschikbare cash, dan betaal je daarop een RSZ-bijdrage (13,07%), personenbelasting (gemiddeld 34,77%) en een gemiddelde gemeentebelasting van 7%. Van die 250 euro blijft dan 136,47 euro netto over.

Ga je voor een storting van de 250 euro in jouw pensioenplan, dan levert dit na vijftien jaar een bruto pensioenkapitaal van 324,31 euro op. Daarop betaal je dan ziekte- en invaliditeitsverzekering (3,55%), een solidariteitsbijdrage (2%), personenbelasting (10% tot 20%, afhankelijk van je leeftijd en loopbaan) en de gemeentebelasting (gemiddeld 7%). Blijft netto over: 240,76 tot 273,54 euro.

Dat laatste bedrag is zowat het dubbele van wat je netto ontvangt bij een cash uitbetaling. Als je wat cash kan missen, is aanvullende pensioenbouw dus zeker te overwegen.

(Matthias Van Milders) - Bronnen: FSMA / Mercer / SD Worx

4 juni 2020
Anderen bekeken ook