5 gouden omscholingsregels

1. Kies bewust

Een opleiding moet je in de eerste plaats graag volgen. Daarom is het belangrijk dat je je op voorhand goed informeert over de inhoud van een cursus. Wie met tegenzin in de les zit, kan zich meteen afvragen of hij het beroep later graag zou uitoefenen.

2. Test jezelf

Je wilt dolgraag elektronicus worden, maar hebt geen flauw idee wat '220 volt' is? Niet de ideale start, maar dat kan verholpen worden. Sommige opleidingscentra voorzien vooropleidingscursussen. Vaak kan je ook online testen hoe het met je kennis van een bepaald vakgebied gesteld is.

3. Kijk vooruit

Welke opleiding kies je? Een die je echt interesseert of een die je gegarandeerd werkzekerheid biedt? Die keuze hangt grotendeels van jezelf af. Uiteraard is een inkomen onontbeerlijk, maar stel je ook de vraag hoelang je het gaat uithouden in een job die je eigenlijk niet ligt.

4. Maak tijd

Studeren vraagt tijd. Sommige opleidingen duren enkele maanden, andere enkele jaren. Zeker voor wie er een voltijdse job en een familieleven op nahoudt, is het belangrijk om op voorhand in te calculeren dat de combinatie werk, familie, studie geen gemakkelijke combinatie is. Goed plannen, kan in dit geval wonderen doen.

5. Betaal minder

Voor al wie via de VDAB naar een opleiding wordt doorverwezen, is die gratis. Werknemers kunnen gebruik maken van opleidingscheques waardoor ze eigenlijk maar de helft van het inschrijvingsgeld hoeven te betalen. De andere helft neemt de Vlaamse overheid voor haar rekening. Opleidingscheques kan je tot twee maanden na de start van je opleiding bestellen bij de VDAB.

(wv)