"40 procent van beroepsbevolking werkt thuis in 2025"

“Indien thuiswerk in uw sector en bedrijf mogelijk is, blijf dit systeem dan graag zoveel mogelijk aanhouden”, zo luidde een tijdje geleden de oproep van viroloog Marc Van Ranst aan de werkgevers. “Thuiswerken is een heel belangrijke bijdrage om virustransmissiekansen te verminderen op de werkvloer, maar ook op het openbaar vervoer”, klonk het.

70 procent

Thuiswerk is universeel. Wereldwijd werkte tijdens de pandemie gemiddeld 64 procent van het personeelsbestand thuis. Pre-pandemie was dit 9 procent, wat dus een zevenvoudige stijging is. Dat blijkt uit onderzoek van Tata Consultancy Services (TCS) bij driehonderd senior managers in Noord-Amerika, Azië en Europa, waaronder ook België.

Al zijn er regionale verschillen. In heel Europa werkt momenteel 70 procent van de werknemers thuis. Vergeleken met andere onderzochte werelddelen is dat in Azië 67 procent en in Noord-Amerika 60 procent. Let wel, het onderzoek van TCS werd een drietal maanden geleden uitgevoerd, dus mogelijk ligt het percentage thuiswerkers intussen lager. Maar (met ook de oproep van Van Ranst in het achterhoofd) vermoedelijk ook niet veel lager.

Lees ook: Is (permanent) thuiswerken de toekomst?

Vooral Azië

De belangrijkste bevinding uit de studie is misschien nog wel de voorspelling voor de toekomst. Want ook op langere termijn is thuiswerk een blijver. Zo denken de senior managers dat tegen 2025 zowat 40 procent van de beroepsbevolking thuis zal blijven werken. Al gaat het dan wel om westerse en Aziatische werknemers.

Het is de verwachting dat werknemers in Azië vaker thuiswerken (45 procent van hun beroepsbevolking) dan in Noord-Amerika (37 procent). Europa (41 procent) zit daartussen. Terug naar de situatie van vóór de pandemie gaat het dus nooit.

(William Visterin)