Is je bedrijfswagen inruilen voor meer loon voordeliger?

De bedrijfswagen is nog altijd een van de meest populaire loonvoordelen. Bijna een op de vijf werknemers heeft een bedrijfswagen (cijfers van SD Worx september 2016).

Verwonderlijk is dat niet: de bedrijfswagen blijft fiscaal heel voordelig, ook na de door de federale regering aangekondigde hervormingen.

Tankkaart zwaarder belast

De federale regering kondigde aan dat enerzijds de tankkaart zwaarder zou belast worden, een extra kost voor de werkgever. Anderzijds wil men werknemers een grotere keuzevrijheid bieden, waarbij ze de bedrijfswagen kunnen inruilen voor alternatieve vervoersmiddelen of voor meer nettoloon. Het zogenaamd mobiliteitsbudget. Maar is je bedrijfswagen inruilen wel voordeliger?

Bedrijfswagen inruilen voor extra nettoloon niet voordeliger

De federale regering moet de concrete invulling van het mobiliteitsbudget nog verder uitwerken. Een simulatie van SD Worx waarbij een bedrijfswagen zonder tankkaart omgezet wordt naar een nettoloon, met dezelfde kost voor de werkgever volgens de huidige wetgeving, leert ons het volgende:

“Als je de bedrijfswagen inruilt voor een nettoloon en de kost voor de werkgever gelijk blijft, krijg je een nettobedrag dat niet echt meer in verhouding staat tot de waarde van de wagen”, aldus Veerle Michiels, adviseur Juridisch Kenniscentrum SD Worx. Als een werknemer zijn VW Golf inruilt voor extra nettoloon, dan krijgt die 1.987,56 euro extra per jaar (zie tabel). Maar een VW Golf kost je makkelijk 10.000 euro per jaar, ervan uitgaande dat je 25.000 kilometer per jaar doet. SD Worx hanteert als kostprijs per kilometer 0,48 (gebaseerd op de berekening van Autogids, dit is inclusief aankoopprijs van de wagen, belasting op inverkeerstelling, verzekeringen, ed). Het extra nettoloon is dus veel lager dan de waarde van een bedrijfswagen.

“Daarom pleiten wij voor een mobiliteitsbudget waarbij de werknemer een budget krijgt dat hij naar eigen keuze mag spenderen aan een waaier van vervoersoplossingen, aangeboden door de werkgever (vb. fiets, autodelen, openbaar vervoer, bedrijfswagen, etc.). Dat budget wordt gecreëerd door op ondernemingsvlak de waarde van enkele bestaande extralegale voordelen om te vormen naar een budget, waarbij rekening gehouden wordt met de totale werkgeverskost. Omdat de werknemer zijn keuzepalet aan mobiliteit zelf kan samenstellen binnen het vooropgestelde budget, wordt meerwaarde gecreëerd voor de werknemer zonder meerkost voor de werkgever. Zo hoeft de werknemer zijn bedrijfswagen niet in te leveren, maar kan hij/zij bijvoorbeeld wel kiezen voor een kleiner en milieuvriendelijker model. Het vrijgekomen budget kan besteed worden aan een ander vervoersmiddel, zoals een plooifiets, of uitbetaald worden als brutopremie. Zo stelt hij zijn socialezekerheidsrechten veilig", zegt Veerle Michiels, adviseur Juridisch Kenniscentrum SD Worx.

Beter work-life balance

Uit onderzoek van SD Worx blijkt dat ongeveer de helft van zowel de werknemers als werkgevers interesse heeft om een mobiliteitsbudget in te voeren. Dat de interesse in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat het meest lijdt onder de fileproblematiek, het hoogst is, mag niet verbazen: 61% van de werknemers en 59% van de werkgevers staan positief ten aanzien van het mobiliteitsbudget. In Vlaanderen is dit 46% van de werknemers en 44% van de werkgevers.

Een betere mobiliteitsaanpak loont, zowel voor werknemer als werkgever, zo blijkt uit onderzoek van Mobimix.be en SD Worx. Enkele van de belangrijkste positieve resultaten zijn: een verhoging van de work-life balance bij werknemers (73%), de creatie van een aangename en moderne bedrijfscultuur (60%), een aantrekkelijk imago als werkgever (58%) en een groter engagement bij de medewerkers (43%).

(mr)