Hoe leer je speechen zoals Obama?

“Als spreker moet je authentiek zijn en geloven in je boodschap. Iets waar politici nogal eens tegen zondigen” (Carl Van de Velde, auteur ‘Speechen als Obama’)

Carl Van de Velde coacht al vijftien jaar mensen naar een persoonlijke of professionele doorbraak via het instituut dat zijn naam draagt. Zijn stembanden zijn inmiddels goed ontwikkelde spieren, getraind in de talloze seminars, presentaties en workshops die hij al begeleidde. Hij schat dat hij inmiddels al voor honderdduizend mensen het woord heeft genomen.

Houdt u nog bij hoeveel keer per jaar u zich tot het publiek richt?

Dat zal ergens tussen de zeventig en honderd liggen. Dat is niet weinig, omdat ik voor elke presentatie toch een dag voorbereiding uittrek. Mijn agenda zit dan ook behoorlijk vol.

En intussen voelt u zich als een vis in het water op een podium of achter een spreekgestoelte.

Goh, ik ben nooit 100 procent op mijn gemak, maar ik gebruik een techniek om mezelf in de juiste stemming en energie te krijgen. Via state management - de beïnvloeding van je gemoedstoestand, die ik ook in het boek beschrijf - kan ik telkens een zo goed mogelijke performance neerzetten. Je moet leren focussen - want je focus bepaalt je werkelijkheid - en een goede communicatie met jezelf voeren: geef jezelf positieve impulsen. Ook je lichaam ‘organiseren’, is heel belangrijk. Je moet dat als het ware voorbereiden op een speech. En zo heb ik een aantal rituelen.

Hoelang heeft het geduurd voor die technieken bijna een automatisme werden?

Vrij snel. Ik ben vijftien jaar geleden begonnen met het geven van seminars en presentaties, en de eerste jaren had ik toch wel last van zenuwen, tot ik heb geleerd om die volledig onder controle te krijgen. Die strategie heb ik deels zelf ontwikkeld, en deels overgenomen van topsprekers. Ik heb bovendien zeven jaar het genoegen gehad om één van de beste sprekers ter wereld, Anthony Robbins, voor veel mensen de ultieme coach, in Europa te begeleiden. Als hij een presentatie verzorgt, doet hij dat voor vier- tot twaalfduizend mensen. En hij verstaat de kunst om zo’n groot publiek aan zich te binden. Van hem heb ik geleerd dat een statische presentatie, stijf achter een pupiter, maar een kwartier blijft boeien. De meeste van mijn seminars duren een dag tot twee dagen, een keynote kan ook al snel twee uur duren. Je moet niet alleen jezelf, maar ook je publiek meenemen in een hogere energie.

Ik dacht altijd dat als spreker een publiek kunnen inpakken een gave was, maar u stelt dat iedereen het kan leren. Is dat zo?

Ik ben zelf het beste voorbeeld. Als ik pakweg twintig jaar geleden, als jonge ondernemer, eens voor een publiek moest spreken, ging ik altijd een beetje dood. Maar via eenvoudige technieken kan je die angst dus onder controle krijgen. En daar gaat het eerste deel van mijn boek specifiek over: laat je angst voor jou werken, zodat je die kan overwinnen. En vanaf dat moment kan je meer vanuit je buik spreken en een boeiende presentatie geven.

Zonder angst op een podium staan. Daarmee alleen ben je nog geen goede spreker, lijkt me. Hoe begeleidt u de lezer van uw boek nog verder naar een grotere eloquentie?

Ik raak ook de verschillende sprekerstechnieken aan: hoe moet je staan, hoe moet je je stem projecteren en je houding verzorgen, hoe maak je oogcontact met het publiek? Enzovoort. En ook: hoe bereid je je speech voor? Heel belangrijk. Ik geef tips hoe je die moet opbouwen en het beste kan memoriseren. Het boek behandelt alle aspecten van spreken in het openbaar, en is op die manier een ruime samenvatting van wat ik de voorbije vijftien jaar hebt geleerd. Ik trek mijn hele trukendoos open (lacht). Ik heb op mijn tweedaagse Top Speech-seminars trouwens gemerkt dat bij mensen die die tips ter harte nemen, ook hun zelfbeeld wordt versterkt. Hun eigenwaarde neemt toe, doordat ze zo ver buiten hun comfortzone zijn moeten treden.

Voor wie is uw boek bedoeld?

Wel, vandaag de dag is overtuigend kunnen spreken in het openbaar voor een ondernemer een belangrijke marketingtool om business te genereren. Hij of zij behoort dus zeker tot de doelgroep. Maar mijn boek is heel breed opgevat, zodat het even waardevol kan zijn voor iedereen die zich al eens tot een publiek moet richten, of het nu een bedrijfspresentatie of een huwelijkstoespraak is.

We hebben het nu over ‘welsprekendheid’ gehad, maar je moet natuurlijk ook iets te vertellen hebben.

Dat is juist. Tachtig procent van het succes ligt in de voorbereiding, een goede opbouw van je speech en het inoefenen ervan. Een gulden regel is: ga nooit voor een publiek staan om te spreken over iets waarover je niks te zeggen hebt. Je moet met kennis van zaken en bezieling over een onderwerp kunnen spreken. Mij moeten ze niet vragen om een presentatie te geven over de paringsroep van de Afrikaanse boomkikker (lacht). En mocht ik dan toch een pak research hierover doen, zou het nog niet vanuit mijn buik komen. Als spreker moet je authentiek zijn en geloven in je boodschap. Iets waar politici nogal eens tegen zondigen.

De Amerikaanse president Obama is een schoolvoorbeeld van een topspreker. Geen wonder dus dat u zijn naam in de titel van uw boek hebt verwerkt. Heeft hij een equivalent in ons land?

Ik denk dat er heel veel goede sprekers zijn in diverse sectoren. Neem nu de advocatuur, daar heb je verschillende toppleiters - zoals Jef Vermassen - bij wie je aan de lippen hangt. Ook in de politiek zijn er mooie voorbeelden, en in de entertainmentwereld springt Koen Wauters er zeker uit. Hij heeft zijn fans uiteraard te danken aan zijn natuurlijke uitstraling, maar hij is ook een verdomd goede presentator en een authentieke spreker.

(jd) - ‘Yes, I Can - Speechen als Obama (Iedereen kan speechen)’ (140 p.) door Carl Van de Velde is uitgegeven bij Houtekiet. Meer info: www.carlvandevelde.be